Or try one of the following: 詹姆斯.com, adult swim, Afterdawn, Ajaxian, Andy Budd, Ask a Ninja, AtomEnabled.org, BBC News, BBC Arabic, BBC China, BBC Russia, Brent Simmons, Channel Frederator, CNN, Digg, Diggnation, Flickr, Google News, Google Video, Harvard Law, Hebrew Language, InfoWorld, iTunes, Japanese Language, Korean Language, mir.aculo.us, Movie Trailers, Newspond, Nick Bradbury, OK/Cancel, OS News, Phil Ringnalda, Photoshop Videocast, reddit, Romanian Language, Russian Language, Ryan Parman, Traditional Chinese Language, Technorati, Tim Bray, TUAW, TVgasm, UNEASYsilence, Web 2.0 Show, Windows Vista Blog, XKCD, Yahoo! News, You Tube, Zeldman
Verkeer.site
Advocaten VerkeersstrafrechtRijden met een brandend waarschuwingslampje 26 Dec 2019, 8:17 am
Automobilisten rijden vaak nog enige tijd door met een brandend lampje op het dashboard. Ze kijken er later wel even naar, want ze moeten nu toch echt naar hun werk of naar de winkel. Deze gedachtegang kan grote gevolgen hebben als er later een ongeval wordt veroorzaakt door een probleem dat werd aangegeven op het dashboard.
De rechtbank heeft zich over een dergelijke situatie uitgelaten.[1] Een korte schets van de situatie. Verdachte ging op zijn werk wat statafels ophalen voor een barbecue. Toen hij over de snelweg terugreed, begon zijn stuur te trillen. Voor hij het wist stond hij op de linker rijbaan stil. Hij probeerde vanaf de vangrail andere weggebruikers te waarschuwen. Zijn alarmlichten stonden ook aan. Helaas zag één bestuurder het stilstaande voertuig te laat. Deze bestuurder vloog over de kop en werd uit de auto geslingerd met als gevolg een levenslang beschadigde rug. Wat bleek was dat de linker achterband langzaam was leeggelopen en dat daarvóór een melding op het dashboard is verschenen en er een bijbehorend waarschuwingslampje is gaan branden.
Zo kwam verdachte voor de meervoudige strafkamer. De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) dan wel 5 WVW. Hierna zal eerst kort ingegaan worden op de verschillen tussen de artikelen 5 en 6 WVW.
Artikel 5 WVW
Dit artikel luidt: ‘’Het is eenieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.’’.
Artikel 6 WVW
In dit artikel is strafbaar gesteld: ‘’Het is eenieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig te gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat.’’.
In artikel 6 WVW is een zwaarder delict opgenomen. Om aan de delictsomschrijving (omschrijving van het strafbare feit in het Wetboek van Strafrecht) te voldoen moet het plaatsvinden van een verkeersongeval te wijten zijn aan de schuld van de verkeersdeelnemer. Daarnaast dient een verdachte ook schuld te hebben aan het gevolg van het verkeersongeval (letsel of dood). In artikel 5 WVW is slechts een bepaalde gedraging strafbaar gesteld. Er hoeft geen schuld aan het veroorzaken van een bepaald gevolg bewezen te worden. In artikel 5 WVW is schuld niet opgenomen in de delictsomschrijving. In dat geval hoeft schuld niet bewezen te worden, maar wordt deze aanwezig geacht. Er wordt in feite aangenomen dat als aan de delictsomschrijving wordt voldaan er ook sprake is van (enige mate van) schuld. Een verdachte kan dus wel een beroep doen op een schulduitsluitingsgrond (dat is een verweer dat gevoerd kan worden en dat bij acceptatie leidt tot ontslag van alle rechtsvervolging).
Oordeel van de rechtbank
Melding bandenspanning
De rechtbank liet zich als eerst uit over de melding van de bandenspanning. Vast is komen te staan dat er al 21 km voor het ongeval een melding in het instrumentenpaneel is verschenen en dat er twee gele waarschuwingslampjes zijn gaan branden. De melding heeft 8 seconden op het scherm gebrand en daarbij was ook geluid te horen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de melding wel opgemerkt moet hebben.
Aanmerkelijke onvoorzichtigheid
Vervolgens boog de rechtbank zich over de vraag of er sprake was van een aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Om te kunnen spreken van schuld in de zin van artikel 6 WVW moet er namelijk sprake zijn van aanmerkelijke onvoorzichtigheid. De melding op het display had betrekking op de bandenspanning en verwees naar het instructieboekje. De melding houdt niet in dat er sprake is van een gevaarlijke situatie waarbij direct gestopt dient te worden met rijden om de auto na te kijken. De verdachte had naar het oordeel van de rechtbank op grond van de waarschuwing niet te hoeven voorzien dat de band langzaam zou leeglopen en van de velg af zou slaan en dat de auto daardoor plotseling onbestuurbaar zou worden en er een gevaarlijke situatie zou ontstaan. Daarbij achtte de rechtbank ook van belang dat de gele lampjes in tegenstelling tot de rode niet duiden op een zodanig defect dat niet meer enige tijd doorgereden kan worden. Ook van belang was dat verdachte tot net voor het ongeval niets afwijkend had gemerkt aan het rijgedrag van de auto. Tot slot hebben deskundigen aangegeven dat dat het leeglopen van de band niet voelbaar hoeft te zijn totdat het loopvlak van de band is afgereden. De verdachte heeft het dreigende gevaar dus niet hoeven af te leiden uit de waarschuwing noch uit het rijgedrag van de auto.
Verdachte heeft wel onvoorzichtig gehandeld en een risico genomen door niet direct te onderzoeken wat er met zijn banden aan de hand was en zijn positie op de weg en zijn snelheid naar aanleiding van de melding niet heeft aangepast, er is geen plaats voor de conclusie dat er sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid/onoplettendheid. Aldus de rechtbank. Het kon dus niet bewezen worden dat verdachte strafbaar was de zin van artikel 6 WVW.
Gevaarzetting
Vervolgens bekijkt de rechtbank of verdachte strafbaar is onder artikel 5 WVW. Bij dit artikel is gevaarlijk rijgedrag strafbaar gesteld. De rechtbank overweegt als volgt. Verdachte heeft de waarschuwing genegeerd en niet het instructieboekje geraadpleegd en vervolgens zijn banden gecontroleerd. Van een gemiddelde weggebruiker mag verwacht worden dat na zo een waarschuwing op korte termijn onderzoek verricht wordt. Volgens deskundigen wordt zo een melding gedaan als de band 20% van zijn omvang heeft verloren. Als verdachte de banden had gecontroleerd, dan had hij kunnen zien dat de band aan het leeglopen was. Hij had dan kunnen realiseren dat doorrijden gevaarlijk was en het ongeluk kunnen voorkomen. Hij had voorzichtig kunnen handelen en het ongeluk ook kunnen voorkomen door na de melding op de rechterrijstrook, naast de vluchtstrook, te gaan rijden en zijn snelheid aan te passen. Als de velg dan van de band sloeg, had hij zijn auto stil kunnen zetten op de vluchtstrook.
Nu de verdachte de waarschuwing heeft genegeerd en met hoge snelheid links is blijven rijden, ver van de vluchtstrook vandaan, heeft hij een concreet gevaar op de weg veroorzaakt. Dit heeft geleid tot een ernstig verkeersongeval. Verdachte was volgens artikel 5 WVW strafbaar.
Ernst van het ongeval
Vanuit het oogpunt van het slachtoffer is het wellicht onbegrijpelijk dat er gelet op de ernst van het ongeval geen aanmerkelijke onvoorzichtigheid wordt aangenomen. De Hoge Raad heeft echter in 2004[2] bepaald dat niet reeds uit de ernst van het ongeval de aanmerkelijke onvoorzichtigheid afgeleid kan worden. Waar het met name om gaat is of uit de gedragingen afgeleid kan worden dat iemand erg onvoorzichtig gehandeld heeft. Of een slachtoffer als gevolg van het ongeval slechts schade heeft aan zijn of haar auto of dat hij ernstig lichamelijk letsel heeft opgelopen, bepaalt niet of een persoon onvoorzichtig is geweest. De aard en de ernst van de gedraging zijn wel belangrijk. Het maakt uiteraard wel een verschil of een persoon 200 km per uur rijdt op een snelweg en een botsing veroorzaakt waarbij iemand overlijdt of dat hij 120 km per uur rijdt.
Conclusie
Verdachte heeft gezien de omstandigheden niet hoeven voorzien dat de band zou leeglopen en van de velg zou afslaan en dat er daardoor een gevaarlijke verkeerssituatie zou ontstaan. Hij hoefde er niet vanuit te gaan dat hij niet meer verder kon rijden. Door het instructieboekje niet kort na de melding te raadplegen, geen snelheid te minderen en zich niet te begeven naar de rechterrijstrook, heeft hij volgens de rechtbank echter wel gevaarlijk rijgedrag vertoont. Het negeren van een (geel) waarschuwingslampje wordt onder deze omstandigheden dus aangemerkt als gevaarzetting.
Verdachte heeft ‘slechts’ een melding genegeerd door niet zijn banden te controleren en snelheid te minderen en op de rechterrijstrook te gaan rijden. Hij heeft geen vreemde of onverwachte manoeuvres uitgehaald. Dat zijn gedragingen waar men al snel aan denkt bij gevaarlijk rijgedrag, zoals bijvoorbeeld inhalen terwijl de automobilist niet voldoende overzicht heeft. Toch valt ook deze gedraging volgens de rechtbank onder gevaarlijk rijgedrag.
[1] Rb. Den Haag 31 juli 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:7919.
[2] HR 1 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5822.
The post Rijden met een brandend waarschuwingslampje appeared first on Verkeer.site.
Straftoemeting bij rijden onder invloed van drugs 12 Dec 2019, 4:35 am
Het komt regelmatig voor dat de bestuurders van motorvoertuigen zich moeten verantwoorden voor de politierechter in verband met de verdenking van rijden onder invloed van alcohol. Maar hoe zit het met de straftoemeting bij de verdenking van rijden onder invloed van drugs? Het drugsgebruik is de afgelopen tientallen jaren gigantisch toegenomen. Het gevolg hiervan is dat het rijden onder invloed van drugs ook is toegenomen. De hiervoor op te leggen straf is daarmee ook meer onder de aandacht gekomen.
Sinds de invoering van de speekseltest dienen verdachten zich steeds vaker voor de politierechter te verantwoorden in verband met de verdenking van rijden onder invloed van drugs. Daar zijn nog geen landelijke oriëntatiepunten van de rechtbanken voor. Wel is er een richtlijn van het openbaar ministerie die ziet op de straftoemeting bij rijden onder invloed van drugs. Net als bij rijden onder invloed van alcohol zullen de straffen die op basis van deze richtlijn van het openbaar ministerie worden geëist hoger zijn dan de straffen die door de rechtbanken worden opgelegd. Wanneer u wordt verdacht van het rijden onder invloed van drugs staat u een heel traject te wachten, zowel in het strafrecht als bij het CBR.
Grenswaarden drugsgebruik
Uitsluitend aangewezen drugs zijn voorzien van een grenswaarde. Aangewezen drugs zijn in het verkeer in Nederland de meest aangetroffen drugs. Bij enkelvoudig gebruik van deze stoffen geldt een gedrag gerelateerde grenswaarde. Daarbij is het effect van de concentratie van de gebruikte stof op de rijvaardigheid van belang. Bij meervoudig gebruik of combinatiegebruik speelt dat effect op de rijvaardigheid niet, maar geldt als uitgangspunt de analytische grenswaarde van nul limiet. Echter nul is niet meetbaar. Het komt daardoor neer op de minimaal meetbare hoeveelheid, die geldt als grenswaarde bij meervoudig- of combinatiegebruik van drugs.
Artikel 8 lid 5 WVW maakt onderscheid tussen de grenswaarden voor rijden onder invloed van drugs bij enkel- en meervoudig drugsgebruik en gecombineerd gebruik van drugs en alcohol. De grenswaarden voor rijden onder invloed van drugs bij meervoudig of gecombineerd gebruik zijn lager gesteld dan de grenswaarden voor rijden onder invloed van drugs bij enkelvoudig gebruik omdat een bestuurder die onder invloed van een combinatie van drugs of van een of meer drugs en alcohol aan het verkeer deelneemt, een aanzienlijk groter risico voor de verkeersveiligheid vormt dan een bestuurder die maar één drug of alleen alcohol heeft gebruikt.
Onderzoek naar drugsgebruik
De politie kan u opdragen mee te werken aan een onderzoek:
- bij vermoeden van drugsgebruik
- als u gevaarlijk rijgedrag vertoont
- bij een algemene controle
De politie heeft de volgende mogelijkheden om vast te stellen of u drugs heeft gebruikt:
- speekseltest
- onderzoek naar psychosomatische functies en oog, spraak- en evenwichtsfuncties.
- bloedonderzoek
Blijkt uit een speekseltest of lichamelijke functies dat u misschien (te veel) drugs heeft gebruikt? Dan kan de politie u vragen mee te werken aan een bloedonderzoek. Met het bloedonderzoek kan de hoeveelheid en het soort drugs worden vastgesteld. Hiervoor is uw toestemming of een bevel tot medewerking van de (hulp)Officier van Justitie nodig.
Weigering van medewerking
Een bestuurder is na een daartoe strekkend bevel van een politieagent – verplicht om zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek.
Als u weigert mee te werken aan een onderzoek naar alcohol- of drugsgebruik, bent u strafbaar. Weigert u een speekseltest of blaastest op straat? Dan begaat u een overtreding. U kunt hiervoor een boete krijgen. Het geldt niet voor de persoon die slechts aanstalte maakte om te gaan rijden, maar nog niet feitelijk heeft gereden.
Voor bloedonderzoek heeft de politie uw toestemming nodig. Geeft u geen toestemming? Dan kan de (hulp)Officier van Justitie of een bevoegde politieambtenaar een bevel tot medewerking geven. U moet dan alsnog meewerken aan het bloedonderzoek. Ook kunt u worden vervolgd wegens uw weigering om niet mee te werken. Dit is een misdrijf. U kunt hiervoor een boete en/of ontzegging van de rijbevoegdheid krijgen.
Let op! Bent u eerder veroordeeld voor rijden onder invloed of weigering om mee te werken aan een alcohol-of drugstest? Bij een tweede veroordeling binnen 5 jaar wordt uw rijbewijs ongeldig.
Wanneer het bloedmonster wordt gebruikt zonder dat toestemming is verleend, is er sprake van een schending van artikel 11 van de Grondwet. Dit artikel waarborgt dat eenieder zich kan beroepen op de onaantastbaarheid van zijn lichaam, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen. Deze grondwettelijke bescherming van de lichamelijke integriteit dient ook door een behoorlijk handelende overheid te worden geëerbiedigd. Ingeval zonder toestemming een inbreuk wordt gemaakt op deze lichamelijke integriteit, bijvoorbeeld door middel van het afnemen van bloed, en niet is gebleken van feiten en omstandigheden die deze inbreuk rechtvaardigen, dan is het gebruik van de resultaten van het daaropvolgende bloedonderzoek naar voorlopig oordeel onder alle omstandigheden ontoelaatbaar.
Aan de gegeven toestemming kan de verdachte geen voorwaarden verbinden, zoals bloedafname alleen door eigen huisarts.
Tegenonderzoek
Na bekendmaking van de uitslag van het bloedonderzoek, heeft de verdachte het recht om een tegenonderzoek aan te vragen.
De opsporingsambtenaar is verplicht de verdachte bij de afname van zijn bloed op het recht op tegenonderzoek te wijzen, tenzij de bloedafname na het ademonderzoek in het kader van een tegenonderzoek geschiedt. In dat geval zou het wijzen op dat recht overbodig zijn, omdat het bloedonderzoek dan het tegenonderzoek is en de verdachte geen tweede keer een beroep op dat recht kan doen. Bovendien rust op de opsporingsambtenaar al de verplichting hem na een positief resultaat van het ademonderzoek op dat recht te attenderen. Het bloedmonster wordt dan opnieuw onderzocht door een deskundige. Het monster moet een half jaar bewaard worden met het oog op de mogelijkheid om tegenonderzoek te doen. Op grond van het besluit kan de verdachte namelijk vragen om een tegenonderzoek en daarbij een gewenst laboratorium opgeven (op basis van een lijst van laboratoria). De onderzoeker die het tegenonderzoek verricht, moet dat onderzoek op gelijkwaardige wijze verrichten als de onderzoeker die het eerste onderzoek heeft uitgevoerd. Dat betekent onder meer dat de methode met behulp waarvan hij het tegenonderzoek verricht, gelijkwaardig dient te zijn aan de methode met behulp waarvan het eerste onderzoek is verricht en dat hij verbonden moet zijn aan een geaccrediteerd laboratorium. Ten behoeve van het tegenonderzoek is het Nederlands Forensisch Instituut verplicht om het bloedmonster minimaal een half jaar te bewaren.
Deze verplichting geldt echter alleen indien de kosten van het tegenonderzoek door de verdachte zijn betaald.
Straffen:
Als u gepakt bent met rijden onder invloed van drugs moet u rekening houden met:
- een straf die u van de rechter krijgt opgelegd
- een onderzoek naar de rijgeschiktheid dat u door het CBR opgelegd krijgt
- alsook een schorsing van de geldigheid van het rijbewijs totdat u het onderzoek hebt gehad
- het serieuze risico van ongeldigverklaring van het rijbewijs wanneer de psychiater tot drugsmisbruik komt
Het gerechtshof Den Haag heeft in het kader van een reeks arresten op 6 mei 2019 duidelijkheid gecreëerd door het volgende te formuleren: ‘in tegenstelling tot de straffen bij rijden onder invloed van alcohol – de mate van overschrijding van de wettelijk geformuleerde grenswaarden bij de straftoemeting géén rol speelt.’
“Het hof heeft moeten vaststellen dat geen op wetenschappelijke wijze verkregen gegevens voorhanden zijn waarmee aan de hand van de aangetroffen concentratie van de drugs de mate van gevaarzetting door het gebruik van deze stof kan worden beoordeeld. Dat betekent dat alleen de constatering dat sprake is van overschrijding van genoemde analytische grenswaarde als een algemeen bruikbaar aanknopingspunt voor vaststelling van de strafwaardigheid van het bewezenverklaarde kan dienen. De mate van overschrijding moet – in afwachting van nader wetenschappelijk onderzoek – buiten beschouwing worden gelaten.”
Het gerechtshof komt dan tot de volgende uitgangspunten:
Enkelvoudig gebruik drugs
- Geldboete van € 850,- en voorwaardelijke rij-ontzegging van 6 maanden.
- Indien recidive en/of gevaarlijk verkeersgedrag: geldboete van € 850,- en rij-ontzegging van 6 maanden.
- Indien recidive én gevaarlijk verkeersgedrag: geldboete van € 850,- en rij-ontzegging van langer dan 6 maanden.
Gecombineerd gebruik drugs (meerdere soorten drugs of alcohol en drugs)
- Taakstraf van 40 uur en rij-ontzegging van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
- Indien recidive en/of gevaarlijke verkeersgedrag: taakstraf van 40 uur en een rij-ontzegging van 12 maanden.
- Indien recidive én gevaarlijk verkeersgedrag: taakstraf van 40 uur en een rij-ontzegging van 15 maanden.
Naast de strafrechtelijke vervolging krijgt een verdachte van rijden onder invloed van drugs ook te maken met het CBR, die een onderzoek naar de rijgeschiktheid vanwege drugs oplegt, maar ook de geldigheid van het rijbewijs zal schorsen totdat het onderzoek met goed gevolg is doorlopen. Ook wanneer u niet onder invloed van drugs was, maar enkel een gebruikershoeveelheid drugs bij u had, zal het CBR een onderzoek naar de rijgeschiktheid opleggen en de geldigheid van het rijbewijs schorsen. Het daadwerkelijk gebruik van de drugs en het rijden onder invloed hoeft dus niet altijd vast komen te staan.
CBR-procedure
De politie is verplicht om ieder incident met betrekking tot het bezit van drugs of het rijden onder invloed van drugs door een bestuurder van een motorrijtuig direct te melden bij het CBR. Het CBR zal vervolgens binnen 4 weken beslissen of aan de betrokkene een maatregel moet worden opgelegd. In de meeste gevallen zal het CBR direct een onderzoek naar de rijgeschiktheid opleggen en de geldigheid van het rijbewijs schorsen. Dit betekent dat de betrokkene tot na de definitieve beslissing geen motorrijtuigen mag besturen. De volledige CBR-procedure duurt ongeveer 4 tot 6 maanden. Al die tijd is de betrokkene dus zijn rijbewijs kwijt, tenzij er door de politie fouten zijn gemaakt of hun bevindingen niet juist zijn weergegeven. Alleen dan heeft het zin om per direct een bezwaarschrift in te dienen tegen het besluit van het CBR. Het is, anders dan in het strafrecht, niet zo dat het CBR of de bestuursrechter rekening kan houden met persoonlijke omstandigheden en het rijbewijs eerder terug kan geven. Teruggave van het rijbewijs is alleen mogelijk indien niet is voldaan aan de eisen voor het opleggen van de maatregel of wanneer de bestuurder ten onrechte is aangemerkt.
Voorbereiden CBR-onderzoek
Krijgt u te maken met het CBR, schakel dan een advocaat in, deze kan u zo goed mogelijk voorbereiden op het onderzoek bij de psychiater. Het onderzoek bij de psychiater zit namelijk vol met strikvragen en valkuilen, waardoor u al snel en wellicht ten onrechte als drugsmisbruiker kan worden aangemerkt. Uit onderzoek in 2016 is gebleken dat zonder goede voorbereiding maar liefst 80 % niet door het onderzoek komt. Uw rijbewijs wordt dan voor een jaar ongeldig verklaard. Voorkomen is in die zin beter dan genezen.
Bijstaan door een advocaat
In alle eerder benoemde gevallen is het belangrijk dat u uw zaak zo spoedig mogelijk laat beoordelen door een gespecialiseerde advocaat. Een gespecialiseerde advocaat kan met u meedenken aan een passende oplossing voor uw probleem. Een advocaat zal met u meegaan naar de zitting om uw belangen te behartigen. Een toelichting van een gespecialiseerde strafrechtadvocaat kan het verschil maken voor het verdere procesbeloop en de toemeting van de straf.
Indien u te maken krijgt met een verdenking van rijden onder invloed van drugs, neem dan contact op met een van de gespecialiseerde advocaten van Law & More. Wij informeren u en staan u graag bij.
Een advocaat van Law & More kan met u de zaak doornemen. In het gesprek zal de advocaat met u bespreken wat hij voor u kan doen. Moet u nog worden verhoord door de politie, dan zal de advocaat u hierop voorbereiden, en kunt u samen met de advocaat bespreken wat u wel en niet kunt verklaren. Is uw rijbewijs ingevorderd, dan kan de advocaat vaak al snel een klaagschrift voor u indienen bij de rechtbank om uw rijbewijs weer terug te krijgen.
Hebt u een dagvaarding of oproeping voor een zitting ontvangen, dan is het belangrijk dat u met de advocaat de eventuele strafzaak gaat voorbereiden. De advocaat zal dan de processtukken opvragen bij het parket en deze met u bespreken. De advocaat zal samen met u de verdedigingsstrategie bepalen. Bij iedere stap in het proces zal de advocaat u begeleiden en u volledig voorbereiden op wat u kunt verwachten.
The post Straftoemeting bij rijden onder invloed van drugs appeared first on Verkeer.site.
Page processed in 2.746 seconds.
Powered by SimplePie 1.3.1, Build 20121030175403. Run the SimplePie Compatibility Test. SimplePie is © 2004–2024, Ryan Parman and Geoffrey Sneddon, and licensed under the BSD License.